Albert Koopman heeft zijn korte herdersbroek aangedaan, de temperaturen op het Drentse land laten het toe. De schapen torsen hun wol, weer of geen weer, en zoeken hun weg over de hei. Zij lopen in de voetsporen van de prehistorische mens, ook al weten zij dat niet. De grafheuvels even verderop dienen als eeuwenoud memento mori.
De schapen hebben met zichtbaar goed met elkaar. Wit, zwart en bruin leven hier in harmonie. Af en hoe speelt de schaapshond de rol van goedmoedige politieagent. Hij houdt de boel schijnbaar moeiteloos bij elkaar. De herder waant zich in het paradijs.