De moderne tijd kan doen wat zij wil, maar in de Noord-Hollandse polder moeten de koeien ook nu nog naar de andere kant van het water. Want daar staat het gras mooi hoog, en kunnen de zeven magen die al deze koeien bezitten, weer aan het werk. Dat komt uiteindelijk de melkproductie ten goede.
En dus vaart de boer met een premoderne praam waar de koeien net overdwars op kunnen staan. Zij kijken naar het landschap dat Jisp al eeuwen omringt. Dit is historisch laagland, dat steeds weer werd bevochten op het water. De voorvaderen van de boer op deze praam waren handelaren en vooral vissers. De Zuiderzee was toen nog vlakbij. De dapperste vissers trokken de mutsen over hun oren, en gingen op walvisvaart in de Noordelijke ijszee. Deze boer zoekt het dichter bij huis.