De Oosterscheldekering, tussen hemel en de hier nauwelijks zichtbare aarde. Zij werd gebouwd op een fundament van angst voor het hier zo vriendelijk spiegelende water, als sluitstuk van de Deltawerken. Zandlagen werden verdicht, speciale onderwatermatten geplaatst, pijlers op hun plaats gebracht. Allemaal om de Zeeuwen het gevoel van veiligheid terug te geven dat zij sinds de ramp van 1953 moesten missen.
‘Watersnood’ was er toen, de oerkracht van de zee brak door de dijken. Tegenwoordig zijn er 62 schuiven die in geval van aangolvende nood kunnen worden gesloten. Nu hoeft dat niet, en staan de windmolens bijna stil. Poseidon vindt het vandaag wel goed zo.