Dutch stories
by Michiel Goudswaard
Nieuwjaarsduik Scheveningen
Wat bezielt een mens om op 1 januari de ijskoude zee in te rennen? Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen, de goede voornemens liggen nog op de lippen bestorven. We willen vooruitkijken, het volgend jaar nóg beter doen, een mooie toekomst tegemoet. Maar eerst moeten er blijkbaar nog massaal zonden worden afgespoeld. Wat in de jaren zestig begon als een wild plan van een paar stoere jongens en meisjes, is uitgegroeid tot een traditie, niet alleen in Scheveningen. Daar gaan ze, onze helden, de eersten hebben de zee al bereikt. De worstenfabriek gaf hen oranje mutsen, maar die houden alleen de oren warm. De aangeklede medemens vormt respectvol een erehaag.
Carnaval Breda
De bewoners van de noordelijke provincies begrijpen er niets van, maar in Limburg en Brabant is carnaval een hoogtepunt van het jaar. Maandenlang bouwen de carnavalsverenigingen aan praalwagens die soms maar net door de smalle straten kunnen. Zij willen tijdens de feestelijke optocht goed voor de dag komen. Als Prins Carnaval voor een paar dagen de sleutels van de stad in handen krijgt, kan het feest beginnen. De verkleedkist gaat open, de maskers gaan op, de kroegen zetten de biervaten klaar. Drie dagen lang is er geen tijd voor de dagelijkse zorgen. Daarna volgt onherroepelijk het begin van de vastentijd, traditioneel een periode van matiging en bezinning. Daar is niet alleen in het zuiden behoefte aan.
Koeienpraam Jisp
De moderne tijd kan doen wat zij wil, maar in de Noord-Hollandse polder moeten de koeien ook nu nog naar de andere kant van het water. Want daar staat het gras mooi hoog, en kunnen de zeven magen die al deze koeien bezitten, weer aan het werk. Dat komt uiteindelijk de melkproductie ten goede. En dus vaart de boer met een premoderne praam waar de koeien net overdwars op kunnen staan. Zij kijken naar het landschap dat Jisp al eeuwen omringt. Dit is historisch laagland, dat steeds weer werd bevochten op het water. De voorvaderen van de boer op deze praam waren handelaren en vooral vissers. De Zuiderzee was toen nog vlakbij. De dapperste vissers trokken de mutsen over hun oren, en gingen op walvisvaart in de Noordelijke ijszee. Deze boer zoekt het dichter bij huis.
Schapenkudde Balloërveld
Albert Koopman heeft zijn korte herdersbroek aangedaan, de temperaturen op het Drentse land laten het toe. De schapen torsen hun wol, weer of geen weer, en zoeken hun weg over de hei. Zij lopen in de voetsporen van de prehistorische mens, ook al weten zij dat niet. De grafheuvels even verderop dienen als eeuwenoud memento mori. De schapen hebben met zichtbaar goed met elkaar. Wit, zwart en bruin leven hier in harmonie. Af en hoe speelt de schaapshond de rol van goedmoedige politieagent. Hij houdt de boel schijnbaar moeiteloos bij elkaar. De herder waant zich in het paradijs.
Bollenvelden De Zilk
Welke schilder is hier aan het werk geweest? De lijnen, de kleuren, niets is aan het toeval overgelaten. De iets meer dan tweeduizend bewoners van het dorpje De Zilk leven van de verkoop van hun bloemen en bollen. Het schilderij is bijzaak, ook al trekt het nog zo veel kijkers uit alle hoeken van de wereld. Op deze akkers werd in vervlogen eeuwen goud geld verdiend. Speculatie joeg de prijzen van tulpenbollen steeds verder op. Tot de bubbel barstte, in 1637. De handelaren aller landen kregen de kans om hieruit wijze lessen te leren. Maar de hebzucht is steeds weer sterker dan het verstand. Vanuit de klokkentoren van de Heilige Hartkerk in De Zilk is het uitzicht over de velden adembenemend. Op deze dag mengt de lucht van wierook zich daar met de zoete geur van de bloeiende hyacinten. Een eenzame man buigt zich voorover, midden in het veld. Het is de kunstenaar.
Keukenhof Lisse
Niemand houdt de telling precies bij, maar ieder jaar gaan er op de Keukenhof rond de zeven miljoenen bollen de grond in. Met de hand, volgens een zorgvuldig voorbereid plan. Want de aantrekkingskracht van de Keukenhof schuilt in het raffinement waarmee Nederland zijn kunsten op bollengebied ieder voorjaar weer vertoont. De kleuren en vormen van de perken zijn op elkaar afgestemd, zichtlijnen worden vrijgehouden. Hier komen honderdduizenden bezoekers per jaar, het grootste deel uit het buitenland. Zij zien hier waarom Nederland met afstand de grootste bollenexporteur ter wereld is. Zij weten nu ook dat niet alle tulpen uit Amsterdam komen.
Pinksterprocessie Grevenbicht
De Pinksterprocessie in Grevenbicht is ondenkbaar zonder de bijdrage van Harmonie St. Cecilia die hier door de straten van het Limburgse kerkdorp trekt. Volgens de overlevering is de harmonie al sinds 1857 plaatselijk actief. De route is vast en zeker bekend van voorgaande jaren, maar vlaggetjes in Vaticaans geel-wit wijzen voor alle zekerheid de weg. De handvol protestanten die Grevenbicht kent, hebben geen bezwaar tegen deze oer-katholieke processie. De tijd dat religieuze optochten in het overwegend protestantse Nederland een gevaar voor de openbare orde opleverden, ligt ver achter ons. Vandaar dat het processieverbod in 1983 uit de grondwet werd geschrapt. Dat is een overwinning voor de religieuze tolerantie, waar Nederland eeuwenlang bekend om stond. Nu houden boerka’s de gemoederen bezig.
Pinkpop Landgraaf
Het Woodstock van Nederland. Tienduizenden fans van rock, pop en dance komen ieder jaar naar het Limburgse Landgraaf. Voor de grote sterren, voor de aanstormende talenten, en voor de unieke sfeer. Hier gaat iedereen zingend zijn eigen gang. Sinds 1969, toen op het pinksterfestijn alleen Limburgse bands optraden en de bezoekers zelf hun boterhammen meenamen. Sindsdien hebben honderden artiesten op de podia gestaan. Mick Jagger, Bruce Springsteen en Robbie Williams waren hier, naast al die andere muzikale helden. Zij hoorden de uitzinnige, in het pink uitgedoste fans. Zij snoven de zoete geuren van de roem, hoe vluchtig ook. Ze zagen de zon die ook vandaag schijnt over de Limburgse heuvels.
Strand Scheveningen
Een zomerdag op het strand van Scheveningen. De golven trekken zich rustig terug, maar niemand neemt nog de moeite om zijn handdoek te verplaatsen. De nabijheid van de zonnende medemens heeft ook zo zijn charmes. De foto lijkt genomen vanuit een vliegtuigje, maar in werkelijkheid staan we op het markante, zestig meter hoge uitkijkplatform van de Pier. De eerste Pier werd in 1901 geopend door prins Hendrik en was van hout. Hij nodigde uit tot flaneren. Nu snellen de bezoekers naar een rijk aanbod aan attracties. Die moeten het moderne leven tot een belevenis maken. Vlak achter het strand zien we het Kurhaus, voornaam hotel sinds jaar en dag. Hier dromen de gasten over de oneindige zee, voelen zij de zilte zeebries in hun gezicht. Zij horen de krijsende meeuwen en zien de golven, de steeds weer aanrollende golven. Ook de Pier weet van weer en wind.
Sail Amsterdam
Daar vaart de Shtandart, het houten fregat dat niet zo lang geleden werd gebouwd naar een ontwerp uit 1703. Peter de Grote stond aan de tekentafel en benoemde zichzelf tot eerste kapitein van dit vlaggenschip van de Russische marine. De huidige kapitein heeft net een kanon afgeschoten, als saluut aan de ook al uit Rusland gekomen bark Sedov die zich aan de kade geduldig toont aan de dagjesmens. De Sedov is echt, van staal, uit 1921. Gebouwd bij Friedrich Krupp Germaniawerft in Kiel, in een land dat toen een betere machtspolitieke plaats onder de zon wilde. Sinds 1945 vaart het schip onder Russische vlag, als opleidingsschip voor cadetten die grote witte petten dragen. Die petten bieden niet alleen bescherming tegen de zon, maar moeten ook de krachtige uitstraling van moedertje Rusland versterken. De meisjes op de kade zijn er wel gevoelig voor.
Kaasmarkt Gouda
Hier wordt boerenkaas verhandeld, iedere donderdag, zolang het toeristenseizoen duurt. Door boeren die zich verkleed hebben, als boer. Daaromheen dartelen de kaasmeisjes met hun witte mutsen en rode sokken. De kaasjongens, die veel minder visuele aandacht krijgen, moeten het tilwerk doen. Vijftien kilo per wagenwiel. Er wordt per handslag zaken gedaan, al eeuwen. In het vertrouwen dat er straks in het café eerlijk wordt afgerekend. In het echte leven kan dat bijna niet meer. Daarom hebben we een onstilbare verlangen naar de menselijke maat.
Kop van Zuid Rotterdam
Het gebied is de trots van de stad. Rotterdam wil niet alleen een wereldhaven zijn, maar ook een stad met wereldse allure. Manhattan aan de Maas, zeggen de plaatselijke hemelbestormers. Vroeger vertrokken van de Wilhelmina-pier grote passagiersschepen naar verre landen. Nu is het oude hoofdkantoor van de Holland Amerika Lijn veranderd in Hotel New York. Mondaine Rotterdammers en andere kosmopolieten komen er graag. De Erasmusbrug verbindt het eiland in de Maas met het oude centrum, de plaats waar tot aan de bombardementen van 1940 een echt stadshart klopte. Sierlijk strekt de zwaan zijn lange nek, op weg naar de toekomst. Vanuit de markante hoogbouw ziet de werkende en wonende mens het licht spelen over haar vleugels. Dergelijke schoonheid biedt troost.
Schiphol Haarlemmermeer
Heel even heerst er rust in dit vogelnest midden in de Haarlemse polder. Hier komen de grote vogels fourageren. Voordat zij doorvliegen naar verre landen vullen zij hun buiken met passagiers, koffers en kerosine. De rust duurt precies een zestigste seconde, de sluitertijd van de fotograaf. Want hier beweegt alles, voortdurend. Alleen heel diep in de nacht doet de tijd het even rustig aan. Dit is geen gemoedelijke pleisterplaats waar reizigers op adem kunnen komen, maar een oefening in efficiëntie. Met de verloren koffer als nachtmerrie van iedere passagier. We zien daarom een strak geregisseerd ballet, waarvan de choreografie maar heel weinig ruimte laat voor improvisatie. De vogels schikken zich in hun lot, ze rijden keurig over de witte lijntjes.
Zuidas Amsterdam
Zo zien de vogels de Zuidas en de daar werkende mens. Mannen en vrouwen zitten achter de ramen van hun kantoren, of strijken neer op een van de witte bankjes op het zonnige plein. Hier worden de zaken gedaan, kredieten verleend, ingewikkelde producten verhandeld. Of niet natuurlijk, want de financiële crisis is nog in volle gang. Waar ooit uitgestrekte weilanden lagen, domineert nu de moderne hoogbouw. De wereld ziet er maakbaar uit, in ieder detail is een mensenhand te zien. Vanuit deze kantoren proberen mensen ook de wereld buiten de Zuidas naar hun hand te zetten. Vaak lukt dat nog ook. De overvliegende vogel kijkt zijn ogen uit. Geld als doel, en geld als middel om de wereld te verbeteren. Hoe zat dat ook weer?
Deltawerken Oosterschelde
De Oosterscheldekering, tussen hemel en de hier nauwelijks zichtbare aarde. Zij werd gebouwd op een fundament van angst voor het hier zo vriendelijk spiegelende water, als sluitstuk van de Deltawerken. Zandlagen werden verdicht, speciale onderwatermatten geplaatst, pijlers op hun plaats gebracht. Allemaal om de Zeeuwen het gevoel van veiligheid terug te geven dat zij sinds de ramp van 1953 moesten missen. ‘Watersnood’ was er toen, de oerkracht van de zee brak door de dijken. Tegenwoordig zijn er 62 schuiven die in geval van aangolvende nood kunnen worden gesloten. Nu hoeft dat niet, en staan de windmolens bijna stil. Poseidon vindt het vandaag wel goed zo.
Vlieland
Vlieland heeft in de zomer zoveel tijdelijke bewoners, dat de echte Vlielanders nog maar een minderheid vormen. Al die badgasten zijn een zegen en een vloek tegelijk. Vandaar misschien die eenzame verhuiswagen die geparkeerd staat aan de rand van deze keurige woonwijk, op het kruispunt tussen Noordzee en Wadden. Gaat er iemand aan de vaste wal wonen? Tegelijkertijd dromen velen op het vasteland van een huisje op een eiland. Zij hopen daar,dichter bij de natuur, iets te vinden wat er thuis niet is. Vrijheid misschien, of de moed zichzelf te zijn. Gelukkig varen er veerboten, iedere dag weer. Vol met zoekende zielen.
Stoomtram Twisk
Daar staat Bello (1914), een kind van de Berliner Machinebau AG. Hij blaast stoom af. Niet alleen om de druk van de ketel te halen, maar ook om ferm de aandacht te vragen. Zoals de conducteur dat doet met zijn jachthoorn. Bello en zijn baasje zijn trots, want de stoomlocomotief heeft op 16 juli 2010 ergens tussen Medemblik en Hoorn zijn miljoenste kilometer gereden. Dat heeft iemand precies uitgerekend, zonder kilometerteller. Het rijdend houden van deze locomotief is een viering van het verleden, van een tijd waarin de ziel ons nog kon bijhouden als we op reis gingen. Het wasgoed dat ligt te drogen op het gras naast het station, komt ook uit die tijd. Bello kijkt nergens meer van op.
Duindigt Wassenaar
Dit is de plaats waar de hippische helden Golddigger heten, of Wellington, of Yappie Paasloo. Hier turen toeschouwers met verrekijkers ingespannen naar het verloop van de koers, en juichen als hun favoriet wint. Vanwege de eer, en het geld natuurlijk. Want wedden hoort bij de draf- en rensport. Op Duindigt kan dat sinds de aanleg van de baan in 1906, al werd er in de loop van de jaren ook wel eens een wedverbod afgekondigd. Het publiek kijkt bij iedere race weer ademloos toe, niet alleen als de Grote Prijs der Lage Landen wordt verreden. Zij weten van het samenspel tussen mens en dier, zij weten dat ook een paard uit vorm kan raken. De jockeys halen het beste uit hun ene Pk. Maar de chauffeurs die daar meerijden met hun gemotoriseerde paardenkrachten winnen altijd.
Vierdaagse Nijmegen
Het begon in 1909 als veredelde conditietraining voor een paar honderd militairen, nu lopen er 45.000 mensen mee in de Vierdaagse van Nijmegen. Jong en oud, debutanten en routiniers, burgers en nog een paar militairen. Zij leveren ieder jaar het bewijs dat Nederlanders niet alleen globetrotters, maar ook dicht-bij-huis-wandelaars zijn. Wie het al die dagen volhoudt bij zonneschijn en regen, krijgt op de finish een heldenontvangst, een bosje gladiolen, en het felbegeerde vierdaagsekruisje, vanwege ‘betoonde marsvaardigheid’. Voor velen is deze combinatie zo verleidelijk dat zij ieder jaar meedoen. Zoals de legendarische Annie Berkhout, die 66 keer opgewekt de eindstreep haalde. Als training liet zij in haar woonplaats Voorburg hondjes uit van bejaarden. Ze werd 91 jaar.
Kermis Tilburg
Dit is de grootste kermis van Nederland, en daar zijn ze in Tilburg trots op. Kermissen hebben diepe historische wortels in Nederland, de mens gaat steeds weer op zoek naar afleiding en vermaak. Deze tijd biedt al zo veel prikkels, dat de kermisexploitanten de overtreffende trap moeten bieden. Zij doen dat geroutineerd. Het reuzenrad is nóg reusachtiger dan het al was. Op deze maandag kleurt de kermis roze, zoals dat ook de voorgaande twintig jaar op kermismaandag gebeurde. Onder het motto ‘gay for a day’ is iedereen in die kleur gestoken, om samen feest te vieren, en zo homo-emancipatie en –integratie een impuls te geven. De roze verbroedering geeft ook de prozaïsche Tilburgse hoogbouw wat kleur.
Museumplein Amsterdam
Een zomerse zondagavond op het Museumplein in Amsterdam. Waarom dat plein zo heet, is vandaag niet van belang. Bijna alle musea zijn trouwens wegens verbouwing gesloten, voor langere tijd. In het Rijksmuseum wordt de vaderlandse geschiedenis opnieuw geschikt, bouwkranen houden onvermoeibaar de wacht. Wordt dit een historische dag? De Oranjefans zoeken elkaar op, hopend, vrezend. Nederland is net in de aanval, maar vindt het doel niet. De finale van het wereldkampioenschap voetbal wordt in 2010 gespeeld in Johannesburg, Zuid-Afrika. Wereldwijd kijken honderden miljoenen mensen gespannen toe. Hier op het plein leven we extra mee, dit zijn ónze jongens. Nog heel even en dan komt de klap.
Stadion Galgenwaard Utrecht
Hier zien we hoe koning Voetbal regeert in Utrecht. Het lijkt wel alsof alle lichten in de rest van de stad zijn gedoofd, zodat we de verrichtingen van de 22 spelers in het stadion nóg beter kunnen volgen. Voetbal is zo diep verankerd in de Nederlandse cultuur dat bijna niemand dat waarschijnlijk vreemd zou vinden. Er schuilt een magische aantrekkingskracht in de steeds weer terugkerende strijd op de velden. De fans genieten en leven mee met hun helden, ook als ze nu in verre buitenlanden hun brood verdienen. Een groot deel van het nationale gesprek gaat over voetbal. De media leggen de rode loper uit, de kijkcijfers wijzen hen de weg. Maar wat zou er toch gebeuren in de rest van de wereld, in die ogenschijnlijke duisternis buiten het stadion?
Hermitage Amsterdam
De avond van de opening van de Hermitage Amsterdam, 20 juni 2009. Het publiek wacht op twee Russische dansers van het Nationaal Ballet die straks een ballet zullen uitvoeren dat choreograaf Hans van Manen speciaal voor de gelegenheid maakte. Koningin Beatrix en president Medvedev zijn gekomen voor de officiële opening van het nieuwe museum. In de avondhemel zijn rood, wit en blauw uitgewaaierd, de kleuren van de Nederlandse én de Russische vlag. We kijken vanuit het open raam van een grachtenhuis aan de andere kant van de Amstel. Een rijke koopman liet in 1680 al zijn geld na aan de kerk, die daarmee een opvanghuis liet bouwen voor ‘oude besjes’, zoals vrouwen van boven de vijftig in die dagen werden genoemd. Later mochten er ook mannen wonen, ruim drie eeuwen lang bespraken ouderen hier de dingen van de dag. Nu is het woord aan de muzen.
Fraeylemaborg Slochteren
De late middagzon betoont eer aan deze borg, de Groningse variant van een burcht. Hier woonde tot begin van de jaren zeventig Louise Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren, telg uit een oud patriciërsgeslacht. Het onderhoud van dit kasteeltje met slotgracht en tuin werd te duur. Nu is de Fraeylemaborg een museum, een klein monument voor leven op stand. Er is een grote en een kleine zaal, er zijn gele, rode en blauwe kamers. Bij de kachel werden in de winter spelletjes gedaan en boeken gelezen. Als de dagen langer werden, speelden de kinderen in de romantische Engelse landschapstuin, en kwamen de ooievaars broeden. Allemaal in de bescheiden gemeente Slochteren, die in 1959 faam zou verwerven als symbool voor onze aardgasbel.
Prinsjesdag Den Haag
Op Prinsjesdag gaan traditie en parlementaire democratie moeiteloos hand in hand. Het is de koning die de regeringsplannen voor het nieuwe begrotingsjaar bekendmaakt, maar de ministers zijn verantwoordelijk. Zij zitten in de Ridderzaal, samen met de leden van de Staten Generaal. Alleen de vrouwen dragen voor de gelegenheid nog een hoed. Den Haag loopt uit op de deze dag, iedereen wil een glimp van de de koninklijke stoet opvangen. De militaire erewacht staat stram in het gelid, de schoenen keurig gepoest. Daarachter staan de gewone Nederlanders, een bont gezelschap, allemaal individuen. Die staan liever niet in het gelid, zelfs niet voor Hare Majesteit.
Middelbuurt Schokland
De kerk staat vandaag ontspannen op het droge, maar dat is in de loop van de eeuwen nooit vanzelfsprekend geweest. Schokland was vroeger een eiland dat steeds verder afkalfde in de woeste stromingen van de Zuiderzee. De inwoners streken neer op woonterpen, waarvan Middelbuurt de belangrijkste was. Hier woonden de burgemeester, de dokter en de dominee, vlakbij de kerk. Op den duur was het ook hier niet meer veilig. Schokland werd ontruimd, de elementen kregen vrij spel. Totdat het een tweede leven begon als eiland op het droge, midden in de uitgestrekte Noordoostpolder. Aan de gerestaureerde zeewering is te zien hoe angstwekkend dichtbij het water vroeger kwam. De waterstand is nu in mensenhand. Niemand schrikt daarom van een paar plassen op de weilanden.
Konikpaarden Oostvaardersplassen
We wanen ons in Afrika, maar in Nederland hebben de zebra’s geen strepen. Het zijn konikpaarden, stoere dieren, die een stootje kunnen hebben. Ze zijn hier aan het werk, want grazen is hun core business. Met hun scherpe tanden zorgen zij ervoor dat de Oostvaardersplassen niet dichtgroeien, en dit unieke natuurgebied zijn karakter behoudt. Alles lijkt puur natuur, maar in de jaren zestig kolkte hier nog het water van het Ijsselmeer. De mens schiep Flevoland, maar had voor dit deel van de polder niet zo snel een bestemming. De dieren grepen hun kans, en nu wemelt het er van de beschermde soorten. De konikpaarden zijn later met mensenhand aangevoerd, samen met die andere grazers, de heckrunderen en de edelherten. Niet storen alstublieft.
Hunebed Havelte
Dit is de D53, met de D van Drenthe. Want die provincie was verreweg de belangrijkste speelplaats voor de reuzen die volgens de overlevering zorgden voor de steenformaties die we hunebedden zijn gaan noemen. En die we zorgvuldig hebben genummerd. Nu weten we dat het grafheuvels waren, die vijfduizend jaar geleden werden gebouwd door mensen die deel uitmaakten van de trechterbekercultuur. Maar dat wisten zij zelf niet. Vandaag spelenkinderen op de stenen van dit achttien meter lange hunebed bij Havelte. Zouden ze weten dat ze dansen op een graf? Misschien vinden ze straks al spelend wel een oude scherf van een trechterbeker, en vragen ze zich af wat het betekent om een kind van de plasticbekercultuur te zijn.
Haersterveer Zwolle
Een pont die met de hand naar de overkant van de rivier wordt getrokken, het heeft de schoonheid van de eenvoud. Het is maar een kort stukje naar de andere oever, een stalen kabel biedt de veerman het nodige houvast. Wie mee wil varen, moet zestig cent betalen, enkele reis. Dat geld gaat naar de vrijwilligers die het Haesterveer de hele zomer in de vaart houden. Dit is geen plaats voor haastige reizigers, de omgeving nodigt uit tot mijmeren langs de waterkant. Terwijl de wind ruist door de oneindige schakeringen groen, lijkt de tijd zijn kompas even kwijt te zijn. Is dit werkelijk Nederland in 2012? Het veer is niet alleen een gedenkteken voor een sober, niet-gemotoriseerd verleden, het is ook een ode aan de harmonie tussen mens en natuur. Misschien is het daarmee zelfs een ode aan de toekomst.
Skûtsjesilen Earnewâld
Er is weinig wind vandaag, maar de bemanningen van de skûtsjes zijn volledig geconcentreerd. Hier wordt gestreden om de eer, zoals dat al decennialang gaat in Friesland. Door schippers die vaders en grootvaders hebben die ooit ook aan het roer stonden van het skûtsje van hun stad. De rivaliteit tussen de schippersdynastieën heeft mythische proporties bereikt, de Friezen smullen ervan, ieder jaar weer. Schipper Pieter Sietseszn Brouwer vaart ons tegemoet, de H van Heerenveen in het grootzeil. Hij is de kampioen van 2006, 2008 en 2010, een man om rekening mee te houden. Langs de kant kijkt de gemotoriseerde vaart vanuit de dekstoel toe. Zij zijn de kinderen van een andere tijd, de echte zeilers keuren hen geen blik waardig.
Prinsengracht Amsterdam
De Amsterdamse grachtengordel heeft ook na vier eeuwen niets van zijn magie verloren. Hier wordt gewerkt, gewoond en genoten van het goede leven. De brouwers die in de zestiende en zeventiende eeuw huisden op de Brouwersgracht zijn er niet meer. Maar in het bruine café dat we hier zien op de hoek met de Prinsengracht stroomt het bier nog avond aan avond. Het café ligt aan de rand van de Jordaan, de oude volkswijk waar nu vooral moderne stedelingen de toon zetten. Daar vinden we een vorm van gezelligheid die een heel eigen aard heeft. De sfeer is stads en dorps tegelijk, misschien wel dankzij het gevoel voor humor dat de echte Amsterdammers van huis uit meekrijgen. De toeristen in de rondvaartboot weten dat niet, zij vergapen zich aan de glorie van de Gouden Eeuw.
Sinterklaas Maassluis
Weer of geen weer, bij de intocht van Sinterklaas staan de kades ook in Maassluis bomvol. Veel families zijn vroeg van huis gegaan om een mooi plekje te bemachtigen. De paraplu’s moesten mee op deze druilerige novembermorgen, maar de stemming op de kade is goed. Opwinding en gepaste eerbied klinken door in de schelle kinderstemmen. De oude Sinterklaas is gehard door weer en wind, hij heeft geen paraplu nodig. Terwijl de Pieten zakken met pepernoten klaarleggen, staat hij bij de stuurhut op het dek. Op het ponton wacht de burgemeester. Hij heeft zijn ambtsketen om voor dit hoge bezoek. Sinterklaas gaat een drukke tijd tegemoet, er moeten nog veel cadeautjes worden gekocht. Hij houdt zelf meer van verfijnde gedichten dan van aardse zaken, maar hij weet dat dit niet voor de o zo lieve kinderen geldt.
Carré Amsterdam
Koninklijk Theater Carré is voor artiesten heilige grond. Oscar Carré begon hier in 1887 met zijn beroemde circus, alleen in de wintermaanden. Later werd het theater gebruikt voor revues, onder meer van de legendarische Louis Bouwmeester, die weer plaatsmaakte voor sterren als Lou Bandy, Josephine Baker, Toon Hermans en Youp van 't Hek. In de jaren zestig dreigde de sloop, maar dat idee werd dankzij een vakkundig geregisseerd artiestenprotest snel begraven. Nu is de oude dame geheel gerenoveerd en viert zij haar 125-jarig jubileum. Zij knipoogt naar de oude, vertrouwde sluizen voor de deur, en naar de Magere Brug, even verderop. Samen vormen zij voornaam Amsterdams erfgoed. Over de brug loopt een jongetje, hij wil bij het toneel.
Schaatsen Kinderdijk
Niemand maakt zich vandaag zorgen over de waterstand. Het koude winterweer brengt ontspanning, zelfs de molenaars van Kinderdijk hebben ijsvrij. Daar gaan ze, net als in vroeger eeuwen, links, rechts, links, rechts. Nog een rondje? De meeste molens kunnen als de nood aan de man komt nog pompen als de beste. Zij zorgden er eeuwenlang voor dat de Alblasserwaard min of meer droog bleef. De eens zo woeste en moerassige veengrond werd getemd. Deze watermolens zijn gebouwd rond 1740, en gingen eind negentiende eeuw met prepensioen. De stoomgemalen namen hun taken over, totdat ook die werden ingehaald door nog modernere techniek. De molens bleven, te midden van een ingenieus netwerk van kanalen en andere waterlopen. Zij behoren inmiddels tot het werelderfgoed van UNESCO. Maar dat is niet de enige reden dat de molens er zo ongenaakbaar en zelfbewust bijstaan. Zij weten dat windenergie de toekomst heeft.
De Waag Amsterdam
De oude stadspoort ligt er wat verloren bij op deze winterse dag. Begin vijftiende eeuw was zij nog gebouwd als een fier onderdel van de stadsmuur van Amsterdam. Maar door de expansie van de steeds welvarender stad, was die rol van betrekkelijk korte duur. Het gebouw kreeg daarna steeds weer andere bestemmingen, het werd een multifunctionele ruimte. Terwijl beneden de goederen werden gewogen, hielden op de bovenverdieping verschillende gilden kantoor. De chirurgijns gaven er zelfs anatomische lessen en inspireerden daarmee Rembrandt tot een van zijn beroemdste schilderijen. Later trokken er meubelmakers in en brandweerlieden gevolgd door stadsarchivarissen. Nu biedt de Waag ruimte aan een moderne gelagkamer. Met uitzicht op de met sneeuw bedekte kramen van de Nieuwmarkt. De bezoekers stampen bij de deur de sneeuw van hun laarzen.
Waterpoort Sneek
We hebben Sneek bijna voor ons alleen op deze verstilde winterse dag. De stemmen van de watersporters die Sneek in de zomer tot zo’n levendige stad maken, zijn lang vervlogen. Nu er een heel klein beetje ijs ligt, wil iedereen weten of er dit jaar een Elfstedentocht komt. Want Sneek behoort, sinds het in 1456 stadsrechten kreeg, tot het illustere gezelschap der Friese elf steden. De Waterpoort werd gebruikt tot 1825. Toen vond het stadsbestuur het niet meer nodig om varende reizigers ’s nachts buiten de deur te houden. De twee achtkantige torens en de verbindende ambtswoning van de poortwachters, groeiden uit tot hét symbool van de stad. Mede dankzij de uiterst succesvolle zeilmaker Douwe Gaastra, die de toren als zijn bedrijfslogo avant la lettre koos.